Twijfel jij ook wel eens welk ritme fijn is voor je baby? Van de één hoor je dat je je kindje moet ‘volgen’ en de ander zegt dat je toch beter vaste tijden kunt aanhouden. Wat is nu waar? En hoe krijg je een ritme dat niet alleen fijn is voor je baby, maar ook voor jou?
Het is belangrijk om te begrijpen dat het ritme van je baby anders is dan dat van volwassenen. Baby's hebben een kortere slaapcyclus en mogen ook nog meer slapen dan volwassenen. Bovendien ontwikkelt het ritme van een baby zich gedurende de eerste maanden van hun leven.
Maar wat is nu een fijn ‘slaapritme’ voor je baby? Welke factoren hebben hier invloed op? En hoe je krijg je een slaapritme dat goed bij jou en je baby past? In dit artikel gaan we in op deze vragen!
Biologisch ritme
Om je baby goed te laten slapen is het belangrijk om een ritme te volgen dat bij je baby past. Hiervoor kijk je naar de ‘interne’ klok van je kleintje, ook wel het biologische ritme genoemd. Dit ritme wordt in de eerste weken (tot ongeveer 6 weken) bepaald door het ultradiane ritme, daarna komt er het circadiaanse ritme.
Het ultradiane ritme is een ritme dat korter is dan een dag en wordt geregeerd door slaapdrang. Gedurende een dag heb je ongeveer 16 cycli van anderhalf uur. Een cyclus ziet er als volgt uit: je baby heeft net geslapen en is helemaal uitgerust en fit, maar die alertheid neemt langzaam af en na zo’n anderhalf uur is de koek op, krijgt je kleintje slaapdrang en is het tijd om te slapen. Doe je dat niet, dan verdwijnt de dip door het hormonale spel en is je kleintje als het ware ‘over zijn slaap heen’. Als je dan probeert te slapen, dan wordt dat lastiger.
Kortom: baby’s worden in de eerste weken geregeerd door het ultradiane ritme waarin slaapdrang bepalend is.
Een cyclus duurt maximaal 90 minuten waarbinnen ze uitgerust wakker worden en aan het einde van de cyclus is er weer rust nodig. Met de rust komt er ook een ritme waarmee het dag-en nachtritme goed gezet wordt. Ondersteunend aan dit ritme zijn gewoontes die je introduceert en letten op het slaapproces.
Het circadiaanse ritme wordt ontwikkeld vanaf ongeveer 6 weken. Dit is de biologische/interne klok van 24 uur die nu zijn werk gaat doen. Het spel der hormonen speelt hier een belangrijke rol: zonlicht zorgt voor de aanmaak van cortisol, waardoor je wakker kunt worden. Met minder zonlicht wordt het slaaphormoon melatonine aangemaakt: we kunnen gaan slapen. Maar, als midden in de nacht dat weer een groot licht aan gaat, wordt cortisol weer aangemaakt en wordt dus de verkeerde boodschap afgegeven.
Naast daglicht zijn er ook andere ‘zeitgebers’ die dit circadiaanse ritme instellen. Dit zijn bijvoorbeeld beweging en voeding: door een vaste volgorde van deze activiteiten te geven, wordt het ritme goed ingesteld.
Hoe werkt het circadiaanse ritme nu bij een baby vanaf 6 weken? Dat is anders dan bij een volwassene, want een baby mag nog meer slapen. Het circadiaanse proces geeft met cortisol een signaal om wakker te blijven en de slaapdrang (die er ook nog steeds is) zorgt samen met melatonine ervoor dat je kleintje wil slapen na ongeveer 90 minuten wakker te zijn. Dat gaat niet helemaal samen door één deur, dus de een zal moeten zakken voordat de ander kan stijgen. Dit is de zogenaamde ‘sweet spot’ waarop je kleintje makkelijk in slaap kan vallen. Bij deze ‘sweet spot’ - ook wel het slaapwindow genoemd - is de slaapdrang hoog en de cortisol laag.
Voor het bepalen van het optimale slaapwindow bieden de ‘droomritmes’ een uitkomst.
Deze ritmes zijn gebaseerd op wakkertijden. De wakkertijd is de tijd tussen twee slaapjes in. Om deze tijd te bepalen, is het allereerst goed om naar de slaapsignalen van je baby te kijken. Daarnaast biedt de algemene richtlijn houvast.
Slaapsignalen
Om de wakkertijd te bepalen is het van belang om te letten op de slaapsignalen van je baby. Dit kan bijvoorbeeld zijn: gapen, in de ogen wrijven, huilen of onrustig bewegen. Deze signalen duiden erop dat je baby moe is en klaar is om te slapen.
Net als volwassenen gapen alle baby’s als ze moe zijn. Als een baby ouder wordt geeft hij nieuwe signalen af:
- Als je baby beheersing over zijn hoofd heeft dan zal hij als hij moe wordt zijn hoofdje wegdraaien van voorwerpen en mensen, alsof hij de wereld probeert buiten te sluiten. Draag je hem? Dan wil hij zijn hoofdje tegen je borst verbergen. Bewegingen met armen en benen zijn onwillekeurig.
- Als je baby beheersing over zijn ledematen heeft dan zal hij als hij moe wordt in zijn oogjes wrijven, trekken aan zijn oortjes of krabben aan zijn gezicht.
- Als je baby kan kruipen of lopen dan zul je zien dat zijn coördinatievermogen minder wordt als hij moe wordt. Hij valt als hij zich probeert op te trekken, struikelt of loopt overal tegenaan.
Twijfel je aan de slaapsignalen? Of zijn de signalen moeilijk te lezen omdat er bijvoorbeeld oververmoeidheid of onrust speelt? Houd dan de algemene wakkertijden aan als richtlijn.
Algemene richtlijn
Door te letten op de slaapsignalen van je baby en - zeker als deze onduidelijk zijn - de algemene wakkertijden als richtlijn te volgen, kun je het biologische ritme ofwel slaapritme van je baby bepalen. Dit is het ritme dat past bij jouw baby en waarin je baby zich veilig en geborgen voelt. Dit helpt om meer rust te brengen in de dagen en nachten van jou en je baby en draagt bij aan een gezonde ontwikkeling van je kindje.
De algemene richtlijn is gebaseerd op de maximale wakkertijden. Het is goed om te weten dat deze vrij universeel is voor alle baby’s. De maximale wakkertijden staan aangegeven in onderstaande tabel. Deze tijden zijn voor elke leeftijd anders en vooral in het eerste jaar verandert het een paar keer.
Bijvoorbeeld, een pasgeboren baby kan niet langer dan 45 minuten tot een uur wakker zijn, terwijl een baby van zes maanden oud ongeveer twee uur wakker kan blijven.
Om je een goed beeld te geven van het slaapritme bij een bepaalde leeftijd, staan er naast de wakkertijden ook het aantal slaapjes overdag en het totaal aantal slaapuren per dag bij. Zoals je ziet kan dit in het begin nog heel wisselend zijn en ontstaat er meer en meer een vaster ritme over de tijd heen.
Leeftijd | Wakkertijden | Aantal slaapjes overdag | Aantal slaapuren per dag |
0-2 weken | 45 minuten | wisselend | 16-20 uur |
2 weken - 2 maanden | eerst 60 minuten, daarna 75-90 minuten | 4 tot 8 | 15-16 uur |
2-4 maanden | 75-90 minuten | 4 tot 6 | 14-16 uur |
4-6 maanden | 90 minuten | 4 tot 5 |
14-16 uur |
6-8 maanden | 2 uur - 90 minuten - 90 minuten - (90 minuten) - 3 uur | 3 tot 4 |
14-16 uur |
8-12 maanden |
2 uur - 3 uur - 3 uur - 3 uur of |
2 tot 3 |
14-15 uur |
Baby in een droomritme - dag en nacht
Het slaapritme van je baby wordt dus bepaald door zijn biologische ritme en dit volgt uit de wakkertijden. Als je kleintje wakker wordt weet je hoe lang het duurt tot het volgende slaapje. Op deze manier volg je het ritme van je kleintje, zal hij makkelijker in slaap vallen en ook beter door kunnen slapen.
En de nacht? De nacht is een spiegel van de dag!
Je zult zien dat als je het biologische ritme van je baby volgt en hij overdag een fijn ritme heeft, de nacht zal volgen met steeds langere slaapjes. In het begin heeft je baby natuurlijk nog voeding nodig - ook in de nacht. Houd het dan vooral rustig/saai in de nacht - dus geen felle lichten, geen harde geluiden en alleen stille aandacht. Je zult zien dat de blokken slaap in de nacht dan steeds langer zullen worden. Om ‘s-nachts lekker te kunnen slapen is het dus belangrijk om overdag aan een fijn ritme te werken. Op die manier komt je baby in een droomritme - dag en nacht.
Je mag er echt op vertrouwen dat als je biologische ritme vindt, er meer rust komt in de dagen en nachten en dat er zo een ritme ontstaat dat ook fijn is voor jou.
Onthoud dat het vinden van het juiste slaapritme voor jouw baby tijd kan kosten. Wees geduldig en blijf het biologische ritme van je baby volgen. Uiteindelijk zal je merken dat je baby beter slaapt en jij ook meer rust krijgt.
En de klok? Deze is dus niet leidend! Wel zul je zien dat als je het ritme van je baby volgt, er vanzelf een patroon zal ontstaan waarbij je kleintje iedere dag rond dezelfde tijd wakker is, zijn voeding krijgt en ook weer rond dezelfde tijd gaat slapen.
Conclusie
Een fijn slaapritme is de basis voor goed slapen.
Goed slapen betekent niet alleen genoeg uren slapen, maar ook de slaapcyclus helemaal afmaken. Zowel overdag als 's-nachts.
Om goed te kunnen slapen, is het belangrijk om rust, ritme en regelmaat voor je baby te creëren. Dit doe je door hem op tijd te bed te leggen en hem voorspelbaarheid te bieden met een vertrouwd bedtijdritueel en een vaste slaapplek.
Dat is niet altijd even makkelijk: je 'gewone' leven is best wel druk. Jullie werken, willen een keer op bezoek en gaan op vakantie of een weekendje weg.
Om je baby toch rust, ritme en regelmaat te geven zónder je eigen leven helemaal aan de kant te zetten, hebben wij de PIKO ontwikkeld.
PIKO helpt
De PIKO geeft je baby rust, ritme en regelmaat.
De PIKO is een slaapcoconnetje voor je baby dat ervoor zorgt dat je baby een fijn ritme krijgt. Je kunt het overal gebruiken (in bed, in de wieg, in de box, bij opa/oma, op vakantie), zodat je baby een vaste slaapplek heeft waardoor gewoontes inslijten en je baby makkelijk in slaap valt.
Het dempt het licht met 95% en zorgt voor een prikkelarme en geborgen slaapomgeving, zodat je baby beter kan slapen. Ook zorgt het voor een vertrouwd geluid, waar je baby ook is, zodat een baby zich geborgen voelt en goed kan slapen. Dit geluid gaat ook aan als je kindje huilt, waardoor de slaapjes langer gaan worden.
Én je krijgt ook nog eens passend advies van een gecertificeerd slaapcoach, zodat jij niet meer hoeft te twijfelen of je het wel goed doet, maar een ritme vindt dat bij jou en je baby past.
De PIKO helpt jullie om je baby beter te laten slapen, zodat deze speciale periode er weer één wordt waar je van kunt genieten.
Wil je meer informatie over de PIKO, bekijk dan onze - speciaal door slaapcoaches ontwikkelde - PIKO sleeper.
Heb je nog vragen? Stuur ons dan een berichtje, je krijgt altijd antwoord.
Slaap lekker, Francien (slaapcoach en founder PIKO)